top of page
  • ontmoet de voorbijganger

Eenzaamheid en neuroplasticiteit


Stabiel leven

Ik sprak een aantal jaren geleden regelmatig een oude wat dementerende eenzame man van tegen de 90. Hij woonde nog zelfstandig, hoewel dat steeds lastiger werd. We hadden dan even een praatje. Meestal ging het over hetzelfde. Zijn vrouw was al enige tijd daarvoor overleden en het was duidelijk dat daarmee een einde was gekomen aan zijn stabiele leven. Ze hadden zo de verdeling van taken. Het kwam erop neer dat zijn vrouw voor het huishouden zorgde, zoals ze altijd gedaan had toen hij nog niet gepensioneerd was.

Herinneringen

Deze verdeling was voor hem altijd vanzelfsprekend gebleven, wat betekende dat het deel dat zijn vrouw deed inmiddels op een andere manier opgelost werd. Er was hulp en een mogelijkheid om ergens te eten, maar je merkte dat deze oplossing niet in de schaduw kon staan van de oorspronkelijke. En wie kan zich dat niet voorstellen. Je bent op zo’n leeftijd met elkaar vergroeid. Met het overlijden is ook een deel van hem gestorven. Het deel wat dat er altijd op kon rekenen dat zijn vrouw constant voor hem klaar stond en daardoor ongedwongen van het leven kon genieten. Dingen konden niet meer samen worden gedaan en waren veranderd in herinneringen die langzaam vervaagden. Ik hoopte dat hij de mooie dingen toch nog levend kon houden.

Patronen

Tijdens de korte momenten dat wij elkaar zagen, vroeg ik hem daar wel eens naar. Op mijn vraag hoe het ging, kreeg ik standaard het antwoord “niet goed”. Meestal toonde ik begrip en probeerde ik er iets positiefs over te zeggen, waarmee ik hem niet wist te overtuigen. Eén van die bezoekjes gebeurde er iets anders. Ik vroeg door op de dingen die allemaal niet goed gingen, waarbij ik in eerste instantie een herhaling van de standaardantwoorden kreeg. Anders dan anders beaamde ik zijn conclusie niet en vroeg hem met mijn doorvragen anders over dingen na te denken. Het was net of hij bij de kruising een andere afslag moest nemen, waarbij hij zijn gebruikelijke patroon even losliet. Zonder me daarvan bewust te zijn behandelde ik hem niet als een oude zielige man waarvoor ik begrip had, maar als een volwaardig mens. Ik vergeleek de ingewikkelde dingen die hij vroeger op zijn werk deed met de belangrijke, maar eenvoudige, dingen die zijn vrouw vroeger deed in het huishouden. Ik suggereerde dat hij die dingen misschien toch wel zou kunnen als hij de gedachte, dat hij het niet kon, los kon laten. Hij overrompelde met zijn reactie toen hij zei, je hebt gelijk.

Volwaardig

Ik realiseerde me dat hij voor het eerst een andere reactie gaf dan anders en dat ik hem met andere vragen op een ander spoor kon brengen. De hersenen zijn in staat tot op hoge leeftijd nieuwe verbindingen aan te maken. Dat wordt neuroplasticiteit genoemd. Maar dan moeten ze wel gestimuleerd worden door nieuwe uitdagingen aan te gaan. Nou wil ik niet beweren dat mijn gesprek de neuroplasticiteit van de hersenen van deze man gestimuleerd heeft. Wel werd ik me door het voorval bewust dat ik het gesprek met ouderen voor beiden zinvoller kan maken door hen als volwaardig te beschouwen en hen van hieruit tegemoet te treden.


58 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page